In de jaren 1947/1948 werden bij 110 Nederlandse stations, werkplaatsen of dienstgebouwen plaquettes onthuld ter nagedachtenis aan oorlogsslachtoffers onder het personeel van de Nederlandse Spoorwegen. Het initiatief hiervoor lag bij de directie van de Nederlandse Spoorwegen die middels “Dienstorder No. 774” van 2 augustus 1945 bekendmaakte dat er op alle stations en in de werkplaatsen waar oorlogsdoden te betreuren waren gedenktekens aangebracht zouden worden “uit eerbied en dankbaarheid ten opzichte van de leden van ons personeel die in de oorlogsdagen en gedurende de bezettingsjaren ten gevolge van oorlogshandelingen of terreur uit ons midden zijn weggenomen”. De organisatie voor het vervaardigen en plaatsen van de gedenktekens lag in handen van de speciaal voor dat doel opgerichte Gedenktekencommissie. Deze commissie stond onder voorzitterschap van dr. F.F. de Bruijn. Om tot een uniform beeld voor de gedenktekens te komen en wildgroei in diverse uiteenlopende monumenten en gedenktekens te voorkomen, werd een basisontwerp gemaakt in de vorm van een standaard koperen plaquette met de namen van de slachtoffers per station of standplaats. Het basisontwerp voor deze plaquettes werd gemaakt door NS-architect ir. H. G. J. Schelling, die destijds ook lid was van de Gedenktekencommissie. De plaquettes werden vervaardigd door H.Th. Boermeester van de NV Ateliers voor Kunstnijverheid Winkelman te Amsterdam. Tegenwoordig zijn veel van deze plaquettes nog altijd aanwezig op stations: sommigen keurig onderhouden en regelmatig gepoetst; anderen daarentegen danig verweerd en bekrast of bezoedeld. Overigens hoort het bij de aard van het materiaal dat de plaquettes ‘verweren’ door een laag patina. Een aantal plaquettes is ‘verdwenen’, op andere plaatsen opgehangen, vervangen door modernere exemplaren of in privé-bezit gekomen. Deze webpagina’s geven een zo compleet mogelijk beeld van waar en wanneer deze plaquettes onthuld werden, wat de huidige verblijfplaats is, wie er op vermeld staan, wat de functie van de vermelde personen was en wat er met hen gebeurd is.
Grofweg zijn de plaquettes ter nagedachtenis aan de oorlogsslachtoffers onder het personeel van NS onder te verdelen in twee types: plaquettes met een enkele naam en plaquettes met meerdere namen. Op de plaquettes met een enkele naam staat “1940-1945 TER GEDACHTENIS AAN DE(N) GEVALLENE” gevolgd door de naam van het slachtoffer, inclusief de eerste voornaam. Op de plaquettes met meerdere namen staat “TER GEDACHTENIS AAN HEN DIE VIELEN 1940-1945” gevolgd door de namen van de slachtoffers, voorzien van enkel hun initialen. Vrouwelijke slachtoffers worden echter altijd met hun voornaam genoemd. Sommige plaquettes bevatten vele tientallen namen, zoals die van Amsterdam, Utrecht HGB en Rotterdam.
Behalve de 110 koperen gedenktekens per station of standplaats regelde de Gedenktekencommissie ook een algemeen monument voor oorlogsdoden onder het NS-personeel bij het 3e Hoofadministratiegebouw van de N.S. (HGBIII, tegenwoordig ‘De Inktpot’ genaamd) aan het Moreelsepark te Utrecht. Het beeld is ontworpen door W. J. Valk en werd onthuld op 17 september 1949. In 1981 is op de sokkel een tweetal platen aangebracht met alle namen van de oorlogsslachtoffers. Bij de inventarisatie voor deze website bleek dat een aantal namen hierop niet voorkomen op de koperen plaquettes. Het blijkt hier in veel gevallen te gaan om personeelsleden die niet direct of volledig gehoor hebben gegeven aan de stakingsoproep van de Nederlandse regering van 17 september 1944 of waarvan aan de politieke zuiverheid getwijfeld werd, maar die wel door oorlogshandelingen omgekomen zijn. Of deze twijfels ook terecht waren, is in sommige gevallen misschien nog steeds een punt van discussie. In ieder geval zijn de namen van deze slachtoffers destijds niet op de gedenktekens uit de jaren 1947/1948 geplaatst, maar uiteindelijk in 1981 wel op het algemene monument aan het Moreelsepark. Op de pagina over het gedenkteken aan het Moreelsepark staan de namen van deze niet op de plaquettes voorkomende slachtoffers vermeld, inclusief biografie/foto uit Spoor- en Tramwegen, voor zover destijds gepubliceerd.
Voorts bestaan er nog enkele andersoortige gedenktekens die, in weerwil van het uniforme beeld dat de Gedenktekencommissie voorstond, plaatselijk door spoorwegmensen zijn opgericht. Deze bevinden zich te Leeuwarden, Amsterdam Westhaven en Rotterdam Kijfhoek. Deze gedenktekens zijn ook in dit overzicht opgenomen. Bij de gedenktekens zijn ook de biografietjes en foto’s van de gevallenen opgenomen zoals deze destijds in het blad Spoor- en Tramwegen gepubliceerd zijn. Hiermee wordt getracht een zo compleet mogelijk beeld te geven van welke gedenktekens er voor de oorlogsslachtoffers onder het NS-personeel zijn, hoe de staat is van deze gedenktekens en wie de slachtoffers zijn.
Klik hier voor het overzicht van alle gedenktekens.
Victor M. Lansink
Bronnen:
-Het Utrechts Archief, archief nr, 958 (NS Personeelszaken), inv. nrs. 1137, 1141, 1147-1149, 1197 en 1214;
-Spoor- en Tramwegen, jaargangen 1940-1948;
-De gevallenen van de Nederlandse spoorwegen in de Tweede Wereldoorlog, door J. Albarda, in: Mars et Historia, sept./okt. 1981, nr. 5, pp. 95-107 + aanvullingen en errata.
-Eigen waarnemingen, in samenwerking met Michiel ten Broek en vele anderen.
Zie ook de oorlogsmonumenten-database van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Alle foto’s van de gedenktekens zijn gemaakt door Victor Lansink ©, tenzij anders vermeld
goedendag,
Ik mis de plaat van de overleden persoon dhr. vd Akker station Uden
De plaquette van station Uden staat wel vermeld op de site:
https://aanhendievielen.wordpress.com/2015/02/04/uden/
De huidige verblijfplaats van de plaquette is echter onbekend.
Ik heb mijn Opa gevonden😊 Nooit geweten dat er monumenten waren met zijn naam. Nu is er toch nog iets..
Zijn deze Nederlanders omgekomen tijdens werk voor de Spoorwegen of ook buiten het werk.
Beide zijn mogelijk: tijdens uitoefening van de dienst, door bombardementen/beschietingen buiten werktijd, vanwege verzetswerk, Joodse afkomst, concentratiekamp enz.