Dit gedenkteken bevat de namen van J.D. Jansen, A.J. de Boer, G. v.d. Kuil, C.G. Aarts, W.A. Schnitfink en E. v.d. Klein. Het werd kort na de oorlog geplaatst in de SOV-kantine van het locomotiefdepot Feijenoord te Rotterdam op initiatief van het personeel aldaar. De namen komen ook voor op het gedenkteken te Rotterdam CS. Het betreft een marmeren plaquette met de tekst “1940 – 1945 AAN ONZE DOOR OORLOGSGEWELD GEVALLEN KAMERADEN”, gevolgd door de namen van de gevallenen, hun functie en de geboorte- en sterfdata, gevolgd door ” TER HERINNERING / TRACTIE PERSONEEL DEPOT R’DAM FEIJENOORD”. Het is ons onbekend waar dit gedenkteken zich thans bevindt. Een metalen gedenkteken met dezelfde naam- en functievermeldingen, maar van recentere makelij en met aangepaste hoofdtekst, bevindt zich tegenwoordig bij het dienstgebouw van DB Schenker op het rangeerterrein Kijfhoek ten zuiden van Rotterdam.
Rotterdam Feijenoord,
marmeren
gedenkteken met de
namen de namen van J.D. Jansen, A.J. de
Boer, G. v.d. Kuil, C.G. Aarts, W.A. Schnitfink en E. v.d. Klein. De huidige verblijfplaats van dit gedenkteken is onbekend. (foto NS)
Rotterdam Kijfhoek,
metalen re-make van
het gedenkteken van
depot Feijenoord, met
de namen de namen
van J.D. Jansen, A.J.
de Boer, G. v.d. Kuil,
C.G. Aarts, W.A.
Schnitfink en E. v.d.
Klein. (foto C. Schipperen, 2009)
Rotterdam Kijfhoek,
dienstgebouw DB
Schenker, met gedenkteken voor
spoorwegpersoneel van depot Feijenoord.
(foto C. Schipperen,
2009)
C.G. Aarts (bron:
Spoor- en Tramwegen,
6 december 1945)
A.J. de Boer (bron:
Spoor- en Tramwegen,
15 juli 1944)
J.D. Jansen (bron:
Spoor- en Tramwegen
1947, blz. 194). ). Machinist J.D. Jansen van het depot Feijenoord raakte gewond op 23 nov. 1940 toen hij met loc. 2125 met trein 990Ehv om 21.55 bij de Delfhavensche Schie door een vliegtuigbom getroffen werd. Hij overleed in het ziekenhuis Bergweg op 25 nov. 1940.
E. van der Klein (bron:
Spoor- en Tramwegen
1947, blz. 210)
G. van der Kuil (bron:
Spoor- en Tramwegen
1947, blz. 16)
G. van der Kuil (bron:
Spoor- en Tramwegen,
15 juli 1944)
W.A. Schnitfink (bron:
Spoor- en Tramwegen
1947, blz. 146)